Holländisch → Englisch - onvoldoend adv. unsatisfactorily adj. insufficient, unsatisfactory, lame » Beispiele Nächste Datensätze in Holländisch onvoldoende gevoed onvoldragen onvolkomen onvolkomen ontwikkeld orgaan onvolkomenheid onvolledig onvolledig weergeven onvolmaakt onvolmaaktheid onvolprezen onvoltooid onvoltooid verleden tijd onvoltooidheid onvolwaardigheid onvolwassen onvoorbereid onvoordelig onvoordelig maken onvoordelig worden onvooringenomen